Bij het leren voor je theorie-examen kom je veel verschillende termen tegen. Sommige lijken best wel op elkaar, terwijl ze toch wat anders betekenen. Een aantal begrippen waar veel mensen van in de war raken zijn: reactietijd, remweg en stopafstand. Dit zijn belangrijke begrippen die vaak terugkomen op het theorie- examen. Ook is het later voor in de praktijk belangrijk om veilig deel te kunnen nemen aan het verkeer. Daarom ga ik je helpen door je duidelijk uit te leggen wat het verschil tussen deze begrippen is. Ook vertel ik je hoe de bijhorende formules werken en ik geef je een paar handige tips mee.
1. Reactietijd: de tijd die je hersenen nodig hebben
De** reactietijd** is de tijd die je nodig hebt om te reageren op een onverwachte situatie in het verkeer. Dus het moment tussen zien en** handelen**. Stel: er rent onverwachts een spelend kind de weg op. Jij moet dat eerst verwerken en daarna pas reageren door op de rem te trappen. In die tijd rijdt de auto gewoon door.
Gemiddeld duurt de reactietijd ongeveer 1 seconde bij een uitgeruste of geconcentreerde bestuurder. Bij een ervaren of alerte bestuurder kan dit zelfs sneller zijn, namelijk 0,7-0,8 seconde. Bestuurders die moe, afgeleid, gestrest of onder invloed van alcohol of drugs zijn, hebben gemiddeld een verdubbelde reactietijd van 2 seconde of meer.
Het is dus belangrijk om te weten dat de omstandigheden waarin je rijdt veel invloed kunnen hebben op de reactietijd!
Rekenregel:
Afstand tijdens reactietijd = snelheid (m/s) x tijd (s).
*Voorbeeld: *
Je rijdt 80 km/u = ongeveer 22 meter per seconde. Je reactietijd = 1 seconde.** Afstand in die seconde = 22 x 1 = 22 meter.**
Nog voordat je op de rem trapt, ben je dus al de lengte van een grote touringcar verder gereden.
2. Remweg: de meters die je auto nodig heeft om stil te staan
De remweg is de afstand die je auto nodig heeft vanaf het moment dat je remt totdat je volledig stilstaat.
*Rekenregel: *
Remweg = (snelheid / 10)² ÷ 2
Stappen:
-
Deel de snelheid door 10: Bij 50 km/u is dit 50/10 = 5
-
Kwadrateer het resultaat: 5×5 = 25
-
**Deel het resultaat door 2: **25/2 = 12.5 meter
Let op: Dit is de ideale berekening voor een droog wegdek met optimale remmen en banden. In de praktijk kan dit anders zijn door factoren zoals wegdek, banden en weersomstandigheden. In de regen kan het flink oplopen en bij gladheid zelfs verdubbelen of verdrievoudigen!
3. Stopafstand: reactietijd + remweg
De stopafstand is de totale afstand die je nodig hebt om tot stilstand te komen. Dit is vanaf het moment dat je iets opmerkt tot het moment dat je auto echt stilstaat. Dus: reactietijd + remweg.
Rekenregel:
Stopafstand = (snelheid in m/s × reactietijd) + ((snelheid / 10)² ÷ 2)
Je telt dus de meters die je aflegt voordat je überhaupt begint met remmen op bij de meters die je nodig hebt om stil te komen.
Voorbeeld bij 100 km/u:
-
Reactieafstand: 100 km/u = 28 m/s = 28 meter
-
Remweg: (100/10)²/2 = 50 meter
-
Stopafstand: 28 + 50 = 78 meter
Voorbeeld bij 30 km/u:
-
Reactieafstand: 30 km/u = ongeveer 8,3 m/s (afronden naar 8 meter)
-
Remweg: (30/10)²/2 = 4,5 meter (afronden naar 5 meter)
-
Stopafstand: 8 + 5 = 13 meter
Hoe komt dit terug in het theorie-examen?
Nu je het verschil weet tussen reactietijd, remweg en stopafstand, laat ik je wat vragen zien die ze bij het theorie-examen regelmatig terug laten komen.
- Rekenvragen
“Je rijdt 50 km/u. Je reactietijd is 1 seconde. Wat is je stopafstand?”
-
Reactieafstand: 14 meter
-
Remweg: 12,5 meter
-
Totaal: 27 meter
- Meerkeuzevragen
“Wat hoort er bij de stopafstand?”
-
Alleen de remweg
-
Alleen de reactietijd
-
Reactieafstand + remweg
-
Alleen de volgafstand
- Instinkers
Soms gebruiken ze slimme instinkers:
“Je rijdt 70 km/u. Hoe groot is de remweg?”
Veel leerlingen rekenen dan per ongeluk de stopafstand uit. Lees dus altijd goed wat er gevraagd wordt!
Tips voor op het theorie-examen
-
Lees elke vraag goed: veel fouten ontstaan doordat je te snel leest of door het gevoel van tijdsdruk. Kijk dus goed of er wordt gevraagd naar reactietijd, remweg of stopafstand.
-
Leer goed de vuistregels: als de rekensommen eenmaal in je hoofd zitten, kan er bijna niets fout gaan!
-
Oefenen: hoe vaker je de sommen oefent, hoe sneller je de berekeningen kunt maken. Zo leer je ook gelijk de verschillende vraagvormen.
-
Blijf kalm: Zie je een lastige rekenvraag? Sla hem desnoods even over en kom er later op terug. Zo kun je eerst even je hoofd leegmaken en er later opnieuw naar kijken.
-
Gebruik ezelsbruggetjes: stopafstand = zien – denken – remmen – stilstaan.
Bij 50 km/u heb je ongeveer 27 meter nodig en bij 100 km/u ruim 78 meter.
Nu jij weet wat deze drie verschillende begrippen betekenen, kun je met een veel geruster hart het theorie-examen in. Reactietijd, remweg en stopafstand lijken misschien droge berekeningen, maar ze maken in de praktijk zeker het verschil tussen op tijd stilstaan of een botsing veroorzaken. Onthoud altijd: hoe beter je de theorie snapt, hoe relaxter je straks in de auto zit. Dus ga ervoor, oefen die examenvragen en zorg dat jij straks vol vertrouwen je rijbewijs binnenhaalt!


