De meest voorkomende gevaarsborden
Gevaarsborden hebben een erg herkenbare vorm. De borden zien eruit als een witte driehoek met een dikke rode rand. Deze borden worden 150 meter (tenzij anders aangegeven) voor het desbetreffende “gevaar” geplaatst. Zo weet je als weggebruiker dat je dan extra op moet letten. Een gevaarsbord vertelt je ook wat de reden van het gevaar is, en waar je dan precies extra op moet letten. Om je hiermee te helpen hebben wij deze blog geschreven. Als je wilt oefenen met verkeersborden is het goed om deze borden te herkennen. Daarom bespreken wij hier de meest voorkomende gevaarsborden.
1. A1: Gevaarlijke bocht
Deze borden zul je erg veel op landelijke wegen zien, en het bord betekent dat je extra moet letten op de aankomende bocht. Deze borden hebben soms een dubbel patroon (A1c & A1d). Dit betekent dat er een dubbele bocht komt waardoor het slim is om je snelheid aan te passen.
2. A3 en A5: Gevaarlijke daling/ helling
Bij een afdaling is de remafstand langer dan normaal. Houd hier dus rekening mee en probeer op tijd snelheid te minderen. Het tegenovergestelde bord van het A3-bord, is het A5-bord: gevaarlijke helling. Bij deze borden wordt de hellingsgraad weergegeven door het percentage dat je op het bord ziet.
3. A7: Rijbaanversmalling
Deze borden komen voor wanneer de rijbaan vernauwt. Hier zijn er varianten waarbij de weg rechts, links of aan beide kanten versmalt wordt. Bij dit bord is het vooral belangrijk dat je voorbereid bent om uit te wijken.
4. A15: Gladde rijbaan
Sommige plekken hebben vaak gladde rijbanen waardoor dit bord een vaste plaats heeft. En er kunnen bijvoorbeeld werkzaamheden zijn waardoor de rijbaan glad is en dit bord tijdelijk geplaatst wordt. Hoe dan ook, bij dit bord wil je de snelheid minderen. Vaak lees je onder het bord een verklarende reden waarom de rijbaan glad is.
5. A21: Oversteekplaats voor voetgangers
Het bord A21 betekent dat er een oversteekplaats voor voetgangers aankomt. Je hebt ook het bord (A25) dat een oversteekplaats voor fietsers en bromfietsers aanduidt. Op een gemarkeerde oversteekplaats ben je verplicht om voorrang te verlenen aan weggebruikers die de rijbaan over willen steken bij een oversteekplaats.
6. A23: Plaats waar speciaal veel kinderen komen
Als je dit bord ziet, ben je waarschijnlijk in de buurt van een woonwijk of school. Hoe dan ook, er zijn hier vaak kinderen op de weg en kinderen kunnen onverwachts uit de hoek komen. Kinderen kunnen op de weg spelen, plotseling oversteken, of ze kunnen lastig zichtbaar zijn doordat kinderen kleiner zijn.
7. A31: Werken
Pas op! er zijn wegwerkzaamheden aan de gang. Dit bord heeft meestal geen vaste standplaats, maar met de hoge hoeveelheid aan wegwerkzaamheden zul je dit bord vaak tegenkomen. Je rijdt hier oplettend en je past je snelheid aan. Verder probeer je extra voorbereid te zijn op veranderingen in de verkeerssituatie.
8. A51: Algemeen gevaar
Als er een gevaar is dat niet goed met een ander bord verklaard wordt, dan komt dit bord goed van pas. Dit bord wordt gebruikt bij ieder mogelijk gevaar waar nog geen bord voor is. De tekst onder het bord verklaart vaak waar het gevaar vandaan komt. Let dus ook op het onderbord, dit bord geeft belangrijke informatie over wat er precies aan de hand is. Veel voorkomende onderborden die je in combinatie met dit bord tegenkomt zijn: onverharde berm, slecht wegdek, vallende stenen.
Oefenen met verkeersborden
Dit zijn een aantal van de meest voorkomende gevaarsborden die je tegenkomt in België. Maar deze lijst is nog niet compleet! Voor je theorie over verkeersborden is het belangrijk om alle gevaarsborden te kennen. Wil je de gevaarsborden uitgebreid oefenen? Probeer dan dit pakket zodat je goed voorbereid bent voor het examen!
