Wanneer je lessen neemt in een schakelauto is de koppeling altijd een van de onderdelen waar je als beginnend rijder aan moet wennen. Als je de koppeling onder de knie hebt, kun je vaak soepel rijden zonder dat de auto afslaat en kun je zonder te schokken wegrijden. Als je vaker in de auto rijdt wordt dit automatisme en hoef je er helemaal niet meer bij na te denken. In dit blog vertellen we je alles wat je moet weten over de koppeling, zodat jij een goede start kunt maken met je praktijk- en theorie-examen.
Verschil tussen een schakelauto en een automaat
Je kunt ervoor kiezen om rijlessen te nemen in een automaat of in een schakelauto. Wanneer je lessen neemt in een automaat dan mag je na het behalen van je rijbewijs alleen in een automaat rijden. Bij het behalen van een rijbewijs in een handgeschakelde auto heb je meer vrijheid. Het voordeel hiervan is namelijk dat je gewoon in alle voertuigen mag rijden, zowel in een schakelauto als in een automaat. Het verschil tussen de twee zit hem in de koppeling, dus het schakelen. In een schakelauto schakel je zelf tussen de verschillende versnellingen. Bij de automaat doet de auto dit automatisch voor je, vandaar ook de naam automaat. In de automaat vind je dus geen versnellingspook en koppelingspedaal.
Hoe werkt een koppeling
Om te schakelen in een auto gebruik je dus een versnellingspook en een koppelingspedaal. Het koppelingspedaal zit aan de linkerkant in de auto. De koppeling is eigenlijk het verbindingspunt tussen de motor en de aandrijving van de wielen. Bij het indrukken van de koppeling met je linkervoet zorg je ervoor dat de verbinding tussen de motor en de wielen tijdelijk wordt verbroken. Op deze manier kun je van versnelling veranderen en tot stilstand komen zonder dat de motor uitgezet hoeft te worden. Het begrijpen van de koppeling is handig voor je praktijk- maar ook theorie-examen. Vragen over de koppeling kunnen namelijk voorkomen in het stukje voertuigbeheersing.
Veelgemaakte fouten
Er zijn een aantal fouten die vaak gemaakt worden met de koppeling waardoor je niet soepel kan rijden of slijtage veroorzaakt. Het te vroeg loslaten van de koppeling is een van deze fouten, wat resulteert in het afslaan van de auto. Daarnaast vergeten mensen soms de koppeling in te drukken als ze remmen, waardoor de auto kan gaan haperen of waardoor je schokkend tot stilstand komt. Gas geven zonder de koppeling los te laten zorgt ervoor dat je niet vooruit komt. Er is dan namelijk geen verbinding tussen de motor en de wielen, dus de auto blijft dan gewoon stil staan. Om slijtage te voorkomen is het goed om te weten dat je je voet niet op de koppeling moet laten rusten voor een rood stoplicht. Als laatste moet je proberen niet te veel naar de koppeling of de versnellingspook te kijken tijdens het rijden, zo zie je namelijk niet wat er in het verkeer gebeurt, terwijl verkeersinzicht enorm belangrijk is. Wanneer je dit onder de knie hebt, zal dit natuurlijk een stuk makkelijker zijn.
Hoe zorg je ervoor dat je soepel kunt schakelen
Het belangrijkste is dat je de auto waar je in rijdt goed leert kennen. Zo leer je precies waar het aangrijpingspunt ligt van de koppeling. Een belangrijke tip is dat je de koppeling altijd rustig moet laten opkomen. Wees dus niet te gehaast en voel de auto aan.
Je kunt hier bijvoorbeeld mee oefenen op een lege parkeerplaats. Het schakelen moet vaak tussen de 2000 en 2500 toeren bij een benzineauto en tussen de 1500 en 2000 bij een diesel. Dit toerental hangt samen met hoe hard je rijdt en dus welke versnelling je moet gebruiken. Dit kan wel verschillen per auto, maar vaak voel je wel wanneer je moet schakelen. Wanneer je je theorie-examen doet, is het handig om iets af te weten van de koppeling. Een vraag kan bijvoorbeeld gaan over wat je moet doen met de koppeling als je naar een hogere versnelling wilt schakelen of wanneer je de koppeling gebruikt bij het remmen. Wil je hier alvast mee oefenen? Op onze site vind je oefenvragen die je kunt doen om je zo goed mogelijk voor te bereiden.


